h

Brief aan gemeenteraad komt abusievelijk toch bij gemeenteraadsleden terecht

22 januari 2006

Brief aan gemeenteraad komt abusievelijk toch bij gemeenteraadsleden terecht

De leden van de gemeenteraad van Reiderland hebben abusievelijk toch een brief ontvangen die notabene aan henzelf gericht was. Het was dus blijkbaar niet de bedoeling dat de raadsleden deze brief onder ogen zouden krijgen. Dat roept op zijn minst vraagtekens op over hoe de informatieverstrekking, de democratie en de openheid in het gemeentebestuur werkt.
Op 21 december 2005 ontvangen de raadsleden een brief van de griffier waarin staat dat de raadsleden een brief aan de SP-fractie abusievelijk hebben ontvangen. Om nu te weten waar die brief precies over gaat krijgen de raadleden dan ook maar de oorspronkelijke brief van de SP fractie aan de burgemeester en de raadsleden.

In die oorspronkelijke brief van 2 december 2005 spreekt de SP-fractie haar ongenoegen uit over het feit dat zij in de raadsvergadering van 8 november niet de gelegenheid heeft gekregen te reageren op de beschimpende opmerking van de burgemeester als zou de SP beweringen doen die niet gestoeld waren op feitenonderzoek. Het betrof het gedrag van de wethouder met onder meer woningzaken in zijn portefeuille als verhuurder. De SP wilde deze beschuldigingen in ieder geval ontzenuwen en hun standpunt terzake toelichten. Het woord werd de SP raadsleden ontnomen omdat dat van te voren ‘democratisch’ was afgesproken in het seniorenconvent.

Hoe werkt de democratie in het seniorenconvent nu eigenlijk?

De burgemeester legt in zijn antwoord aan de SP fractie uit hoe de democratie is geregeld. ‘De essentie van de democratie’, zo schrijft hij, ‘bestaat hieruit dat de meerderheid de doorslag geeft en (…) dat een meerderheidstandpunt van de gemeenteraad gerespecteerd dient te worden.’ Dat in een democratie besluiten worden genomen op basis van meerderheid van stemmen staat buiten kijf. Maar is het niet meer de essentie van de democratie dat er een adequate informatieverstrekking is en een openbaar debat plaatsvindt voordat tot besluitvorming wordt overgegaan? En kan een meerderheid van stemmen in de raad de rechten van individuele raadleden, zoals het recht van vragen stellen, interpelleren, agenderen, inzage en uitleg teniet doen?

Het blijkt mogelijk te zijn door het instellen van een seniorenconvent. De burgemeester gaat in zijn brief aan de SP fractie in op dit seniorenconvent. ‘Het seniorenconvent is in de eerste plaats een platform met een informatief karakter’, aldus de burgemeester, ‘waarin alle partijen die in de raad zitting hebben vertegenwoordigd zijn.’
Ietwat belerend voegt hij er verderop aan toe ‘dat het uw (de SP) fractie wellicht niet bekend is dat het seniorenconvent pas bestaat vanaf 7 maart 2002: de datum waarop de Wet Dualisering Gemeentebestuur van kracht werd.

De Wet Dualisering Gemeentebestuur van 2002 beoogt het starten van een zogenaamde vernieuwingsimpuls met als doel: ‘…het op gang brengen van een cultureel veranderingsproces (parallel aan het proces van formele wetgeving) in de richting van een nieuw dualistisch opererend raadslid dat zich meer dan het huidige raadslid gaat concentreren op kaderstelling, controleren en volksvertegenwoordiging.’ Met andere woorden: in het samenspel tussen bestuur en raad heeft ieder zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. In het dualistische stelsel stelt de raad dus zijn eigen agenda op.
In het kader van deze nieuwe wet is het seniorenconvent ingevoerd: een overleg van burgemeester en fractievoorzitters die de voorlopige raadsagenda vaststellen. Tot zover klinkt dit allemaal redelijk en voldoet het aan de democratische en dualistische grondgedachte.

Maar de bijeenkomsten van het seniorenconvent zijn besloten en aan geheimhouding gebonden, omdat het seniorenconvent blijkbaar nog een functie heeft naast het samenstellen van de raadsagenda. Het fungeert ook als overlegvorm waarin het college van B en W behoefte heeft aan het verstrekken van informatie en het raadplegen over zaken die de openbaarheid nog niet kunnen verdragen, omdat het bijvoorbeeld de privacy van personen of het belang van de gemeente kan schaden als ze op dat moment openbaar behandeld worden.

Op zich moet het mogelijk zijn zaken vertrouwelijk te bespreken, maar dat het samenstellen van de agenda van de raadsvergadering dan ook besloten en in geheimhouding moet gebeuren is onzinnig. Het is niet in overeenstemming met de taak en de aard van de gemeenteraad. Bovendien werkt het remmend op het dualisme en - wat erger is – de democratische rechten van het individuele raadslid en de openbaarheid van bestuur.

Vele gemeenten hebben deze twee functies dan ook gesplitst. Voor het samenstellen van de agenda van de gemeenteraad is er een presidium ingesteld. Het overleg van dat presidium is openbaar en controleerbaar. Voor het bespreken van en raadplegen over zaken die geheimhouding behoeven of gevoelig liggen is er de mogelijkheid voor de burgemeester om iets als een seniorenconvent bijeen te roepen. Het seniorenconvent is geen structureel overleg en bepaalt ook niet de agenda van de raad. Over het seniorenconvent of het presidium is niets wettelijk geregeld en er heeft bij de wetgever ook geen discussie over plaatsgevonden. Het staat de gemeente vrij om een presidium, een seniorenconvent of beiden op te nemen in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad.

Het seniorenconvent zoals het op dit moment in de gemeente Reiderland functioneert, heeft meer het karakter van een extra bestuurslaag tussen het college en de raad waarin in geheimhouding van alles en nog wat politiek wordt voorgebakken, een soort raadsvergadering vooraf. De meerderheid in het seniorenconvent heeft meer voeling en loyaliteit met de geestverwanten in het college dan met de mederaadsleden van de oppositiepartijen. Het is daarom ook ongeloofwaardig dat dit seniorenconvent de gewenste dualiteit zou vergroten. Het resultaat is dat een oppositiepartij – die toch middels democratische verkiezingen zijn stem heeft verkregen – ‘democratisch’ weggestemd kan worden als het alleen al gaat over de mogelijkheid om onderwerpen te bespreken. Als het overleg van een presidium openbaar is, kan iedereen oordelen over het al dan niet terecht agenderen van onderwerpen, wat nu niet mogelijk is.

’De raad stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast’, aldus de burgemeester. Maar dat is in de praktijk slechts een formaliteit omdat de fractievoorzitters van de collegevormende partijen in het seniorenconvent al overeenstemming hebben bereikt over agenda en het voor het politieke eigenbelang het meest effectief is om de eigen fractievoorzitter te volgen. De meeste raadsleden gaan dan ook akkoord met een agenda, waarvan ze niet weten hoe die tot stand is gekomen en wat er mogelijk niet op staat. Verder slaagt de burgemeester erin een aardige schets te geven van hoe de mogelijkheid tot een mondelinge toelichting of een mogelijk levendig debat met behulp van een strakke toepassing van artikelen uit het reglement van orde de kop in kunnen worden gedrukt. Is dat onwil of zijn er teveel regeltjes, die wat bureaucratisch worden toegepast?

De burgemeester karakteriseert het huidige seniorenconvent als ‘platform’. Het woord platform suggereert openheid en betrokkenheid van publiek. Noch in de gemeentegids noch op de website van gemeente wordt het bestaan van een seniorenconvent gemeld en uitgelegd, laat staan dat het reglement van orde er te vinden is. Het seniorenconvent zoals het nu functioneert, heeft dan ook meer het karakter van een achterkamer, een loge of een torentje. De burgemeester schrijft in zijn brief: ‘Met uitzondering van de voorlopige raadsagenda (…) worden normaliter in het seniorenconvent geen andere besluiten genomen’. De vraag blijft dan waarom dit overleg in beslotenheid moet plaatsvinden en een standpuntbepalende discussie niet gewoon in de raad plaatsvindt, zoals ook de bedoeling is van de dualistische vernieuwing.

De SP heeft dan ook in zijn programma staan, dat het seniorenconvent in zijn huidige vorm vervangen moet worden door een ‘openbaar’ presidium voor het vaststellen van de voorlopige agenda van de raadsvergadering. Daarnaast kan in het reglement van orde iets als een seniorenconvent worden opgenomen als mogelijkheid om vertrouwelijke en gevoelige zaken te kunnen bespreken. De deelnemers aan dat seniorenconvent blijven verantwoordelijk voor de besluiten die ze nemen en de mogelijkheid blijft bestaan dat ze op enig moment – als het vertrouwelijke en gevoelige karakter niet meer actueel is - hierop aangesproken kunnen worden.

U bent hier